Wereldreis: week #33

Na een lange busrit ruilen we de westkust van Maleisië in voor de oostkust. Hier is de gemiddelde bewoner eerder een Maleisische moslim in plaats van een Maleisische Chinees. Veel toeristen komen enkel aan deze kant van het schiereiland voor de eilanden en de stranden, maar voor ons is blijkbaar een andere route uitgestippeld…

07/08/2017 – 13/08/2017

Maandag en dinsdag: De laatste twee dagen in Georgetown, Penang

Een andere dag, een andere tempel. We huren opnieuw een scooter en rijden naar de Kek Lok Si Temple. Bordjes zijn niet nodig want we zien het complex al van ver glinsteren in de zon. Wow! We parkeren de scooter vanonder aan de berg en wandelen naar boven langs de verschillende tempels. De combinatie van de zengende hitte en de trappen is moordend. Maar hoe hoger we komen, hoe mooier de tempels zijn. Het absolute hoogtepunt is een beeld van Guanyin boven op de berg.

Kek Lok Si Temple

Dinsdag houden we ons vooral bezig met een aantal praktische zaken. Ons Australisch pensioen is eindelijk gestort! We starten heel het proces van het afsluiten van de bankrekening, belastingen invullen en het cancellen van ons visum. Het is veel te ingewikkeld en zeker één van de minder toffe dingen van reizen. Daarna proberen we een hotel te regelen op de Perhentian eilanden. Er staat bijna niets op internet en we planden gewoon ter plaatse een hotel te boeken. Veel blijkt op één of andere manier toch al volzet, dat belooft. De reviews van veel van de hotels vermelden kakkerlakken, bedbugs of ratten en soms zelfs een combinatie van ze allemaal. Yikes. We vragen ons af of we hier wel naartoe willen? Het eiland ziet er prachtig uit, maar we hebben al veel mooie stranden en eilanden gezien. En er zullen er gerust nog volgen…

Woensdag: De oversteek naar de oostkust

Vandaag staat er een lange busrit op het programma van maar liefst zeven uur. We hebben plaatsen voor de bus online gereserveerd. Het is een dubbeldekker en we zitten op de eerste rij op de bovenste verdieping. Hoe zalig is dit!
Het zicht is perfect en we maken verschillende timelapses van de rit. Onderweg zien we zelfs twee olifanten. Of liever, Otto ziet twee olifanten. Ik was te laat.
Kota Bharu staat bekend als ‘de Islamitische stad’. Dit is meteen te zien in het straatbeeld. Alle borden zijn enkel in het Arabisch en Bahasa. Het Chinees is compleet verdwenen. Wanneer we in de 7-eleven nog wat snacks halen, valt het meteen op dat het muisstil is. Geen muziek in de winkel. En ook een pintje moet Otto op zijn buik schrijven. Geen bier te bespeuren.
De komende twee nachten slapen we, volgens Lonely Planet, in de “flashest accomodation in town“. We krijgen zelfs een upgrade naar de executive room. Hoera!

De bus naar Kota Bharu – Hotelkamer in Kota Bharu

Donderdag: Kota Bharu verkennen

Het hotel heeft een enorm uitgebreid ontbijtbuffet. Het is al geleden van ons hotel in Canberra (midden april) dat we nog eens een ontbijtbuffet hadden. Misschien maar beter zo. We eten veel te veel en nadien is het tijd om de stad te verkennen. Ik doe alvast een lange broek aan om een beetje in te mengen.
Allereerst bezoeken we de lokale markt. Die bevindt zich in een kleurrijk gebouw in de vorm van een achthoek. Het is een levendige plek. Voor de viswinkel miauwt een katje een beetje zielig. De man van de viswinkel wast één van de sardines en gooit het op de grond. Het is enorm warm en al het vlees ligt er een beetje te stinken. Vliegen zitten op de kale kippenborsten en de gedroogde vis op de tweede verdieping stinkt nog harder. Achter de gedroogde vis is er wel een goed zicht op de markt. Er valt hier zoveel te zien! We trekken een aantal foto’s en banen ons een weg terug naar buiten. Volgens Lonely Planet zijn er hier een aantal goede musea. Ideaal, een beetje airco zal deugd doen. Helaas staan er enkel ventilatoren in het museum en op een klein half uur zijn we al rond.
We wandelen nog wat rond in de omgeving maar we hebben beiden erge hoofdpijn. We rusten uit in het hotel, allicht een kleine zonneslag. Heb ik al gezegd dat het echt heel warm is?

Kota Bharu

Vrijdag – zondag: De planning bijwerken en poseren voor miniatuur moskeeën

Na een dag hebben we Kota Bharu wel gezien en we nemen de bus naar Kuala Terengganu. De stad ligt niet ver van de ferry die vertrekt naar Kapas Island. De accommodatie op Kapas blijkt al even hopeloos als op de Perhentians, bijna niets is nog beschikbaar. Europese toeristen zijn in grote getalen afgezakt naar Maleisië, dat is nu wel duidelijk.
We besluiten Kuala Terengganu te verkennen en daarna door te reizen naar Oost-Maleisië, ofwel Maleisisch Borneo. Maleisisch Borneo plannen blijkt niet eenvoudig. We zwoegen uren en uren om een degelijke planning in mekaar te boksen. Maar we zijn erg tevreden met het resultaat. De komende drie weken zien er interessant en gevarieerd uit. Alle hotels en vliegtuigritten zijn geboekt. Ik heb ineens de kaart geüpdatet. Het weer blijkt wel wisselvallig te zijn heel het jaar rond. Laten we vooral hopen op niet teveel regen, please?

Kuala Terengganu

Verder blijkt Kuala Terengganu, ofwel KT in de volksmond, heel wat interessanter dan Kota Bharu. Het is nog steeds erg verschillend met de westkust, maar de stad is veel kleurrijker. Op zo’n 10 kilometer buiten de stad ligt een park met allemaal miniatuur-moskeeën. Een beetje zoals wijlen Mini Europa. Buiten één ander Maleisisch gezin loopt er niemand rond in het park. We bekijken alle moskeeën, lezen de uitleg en poseren voor een aantal foto’s. De kleine Taj Mahal mag daarbij niet ontbreken. Naast het park ligt de drijvende Chrystal Mosque, een echte moskee.
‘s Avonds gaan we op zoek naar wat lekkere streetfood. We ploffen neer op één van de fel blauwe plastieken stoeltjes en smullen van een lekkere maaltijd. Voor twee maaltijden en verse sapjes betalen we zo’n 4,5 euro. Heerlijk toch!

Taman Tamadun Islam – Chrystal Mosque

Volgende week: Maandag rijden we met de bus terug naar Kuala Lumpur. We overnachten in een capsule op de luchthaven zodat we dinsdagvoormiddag het vliegtuig kunnen nemen naar Kuching. Kuching is een goede uitvalsbasis om heel wat parken te bezoeken in de omgeving. Het ultieme doel is om verschillende apen te spotten. Kleine anekdote, ‘kuching’ betekent ‘kat’ in het Bahasa en wordt bijgevolg ook wel Cat City genoemd. Er is zelfs een kattenmuseum!

  1. Marc Cruyt-Mia Missinne says:

    jeetje zeg, echte vrije olifanten gezien! Hopelijk komt in Borneo de aap uit de mauw.het blijft toch elke week spannend en verrassend. Een kattenmuseum, nog nooit van gehoord, waarom niet.

  2. Christel & Renier says:

    Niet geweten dat Maleisië een zo veelzijdig en interessant land is. Door jullie reis lees en google je het een en ander. Prachtige stranden met wuivende palmen, de ultramoderne stad Kuala Lumpur en miljoenen jaren oude jungles …

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You might also like