Deze week reisden we door het noorden van de Filipijnen, een gebied waar we nog minder toeristen tegenkwamen. We reden door bergdorpen, bezochten hangende doodskisten en wandelden door rijstvelden met als hoogtepunt het bezoek aan de beroemde rijstterassen van Batad.
16/01/2017 – 22/01/2017, tijdzone CET +7
Maandag: de bus naar Sagada
Het hotel in Baguio regelt een taxi naar het busstation. De taxi komt niet opdagen en de receptionist regelt een nieuwe taxi via Grab (zoiets als Uber). We komen dus een beetje laat aan. De enige twee zitplaatsen zijn helemaal vanachter in de bus, in het midden. We gaan akkoord, anders moeten we een uur wachten op de volgende bus. We zetten ons neer, tussen 3 Filipijnen, vanachter in de bus. Op de voorlaatste rij zit er een Filipijn alleen en ik grijp mijn kans om op een deftige zetel naast hem te zitten. De busrit zou tenslotte tussen de 5 en 7 uur duren (wat een tijdsinterval trouwens!). Wanneer we Baguio verlaten, verandert de weg al snel in een weg met vele bochten. De bus scheurt door de bochten alsof hij met een 4×4 rijdt. Het voelt een beetje alsof ik in de laatste aflevering van de gevaarlijkste wegen ter wereld zit, maar de uitzichten zijn adembenemend.
Dinsdag: hangende doodskisten
Dé reden om naar Sagada te komen zijn de hangende doodskisten. Uit respect voor de traditie mogen toeristen het gebied niet alleen verkennen. Het is verplicht om een gids mee te nemen. Nu ja, gids is een groot woord. Er springt een Filipijn van het muurtje iets verderop die ons gaat meenemen naar de doodskisten. Onderweg gooit iemand een zakje naar hem toe. Hij haalt er wat Moma (lokale equivalent van cocabladeren) uit en begint er op te kauwen. Hij biedt Otto ook wat aan maar Otto bedankt vriendelijk. We volgen hem op het pad naar de hangende doodskisten. Door de doodskisten op te hangen geloven de mensen dichter bij de hemel te zijn. Maar eigenlijk kunnen er op deze manier geen dieren aan. Heel bizar. Nadien wandelen we wat rond in het dorpje. Er is hier een café waar je yoghurt kan eten, iets dat Otto erg mist. We eten elk een kommetje yoghurt met fruit en honing. Lekker!
Woensdag: Met de jeepney naar Banaue
Er rijdt geen bus tussen Sagada en Banaue. De enige manier om in Banaue en zijn rijstterassen te geraken is een jeepney te nemen naar Bontoc. De jeepneys staan op een rij en we gaan in eentje zitten die naar Bontoc gaat. In Bontoc komt er meteen iemand naar ons toe en vraagt of we naar Banaue willen. We gaan in zijn jeepney zitten en we wachten. Hij vertelt dat er dadelijk nog mensen zullen komen want de truck moet zo vol mogelijk zitten. Uiteindelijk verzamelt hij zoveel mensen dat er drie jongens op het dak moeten zitten. We zitten als sardines in de truck, klaar om te vertrekken. Ik kan mijn benen niet bewegen en ben blij als we 1,5 uur later in Banaue aankomen.
De mevrouw van onze homestay is één van de vriendelijkste Filipijnen die we al zijn tegengekomen! We regelen een gids zodat we morgen de rijstterassen kunnen gaan bekijken.
Donderdag: Dé rijstterassen van Batad
Ariël, onze gids, staat ’s ochtends klaar met zijn tricycle om ons naar Batad te voeren. De rijstterassen in Batad zijn erkend als Unesco werelderfgoed en zouden wel 2000 jaar oud zijn. De weg er naartoe gaat steil naar boven en naar beneden. Zo steil dat Ariël vraagt om uit te stappen. Het is te gevaarlijk. Hij drukt zijn rem helemaal in maar de motor blijft naar beneden gaan. De weg naar Batad stopt en is in volle opbouw. We moeten dus te voet verder. Na een half uur komen we aan bij het eerste uitzichtpunt. Het uitzicht is prachtig! Foto’s kunnen niet weergeven hoe mooi dit is. We volgen Ariël die het hele gebied vanbuiten kent. Geen bordjes of aangelegde wandelpaden hier. We volgen hem over hele smalle padjes en sommige stukken zijn erg glad. De uitzichten worden we niet beu. Het enige spijtige is dat de rijst juist geoogst is. In sommige terrassen is er al nieuwe rijst geplant, maar op de meeste terrassen nog niet. Hoe dan ook, we besluiten dat dit het hoogtepunt is van onze reis door de Filipijnen!
Terug in Banaue nemen we de nachtbus naar Manila. Ik weet zeker dat het een helse trip wordt maar er is geen andere keuze.
Vrijdag: Rustdag
Het is 2 uur en de bus stopt aan de kant van de weg. Ik stap uit en stretch mijn benen. Ruim 2 uur later stopt de bus opnieuw en muziek begint te spelen. We zijn in Manila. Nu al? Aan de bus staan al zeker 20 taxi chauffeurs ons op te wachten om ons vast te klampen. Hatelijk. We zijn moe en hebben geen zin in een discussie over de prijs. Ik probeer nog af te dingen naar 300 maar voor minder dan 400 pesos doet hij het niet. Bon, hij rijdt als een gek door de straten van Manila en probeert ons af te zetten aan het verkeerde hotel. Om 4u40 belanden we in de lobby van ons hotel. Gelukkig is er wifi en het wordt 11u30 wanneer we op de kamer kunnen. De rest van de dag rusten we uit.
Zaterdag: Dwars door Manila
Het is de derde keer dat we in Manila in hetzelfde hotel slapen. Het ontbijt is veruit het beste dat we hebben gehad in de Filipijnen! In het beste geval kregen we toast met confituur of ei, het normale ontbijt van de Filipijnen is rijst met een worstje. Maar hier is het een uitgebreid buffet met vers fruit. De locatie is handig, er hangen gordijnen en er is wifi. O ja, er is ook een warme douche. Dit is niet standaard hier. Een zalig hotel dus. We slapen uit en rond de middag gaan we naar het oude gedeelte van de stad om naar een museum te gaan. Verder wandelen we wat rond en bekijken we de ‘dansende fonteinen’ in het Rizal park. We besluiten om de 5 km terug te wandelen in plaats van weer een taxi te nemen. De wandeling brengt ons langs de echte stukken van Manila. Een rat steekt de straat over en mensen proberen street food te verkopen, naast daklozen die op een stuk karton liggen te slapen. We kijken onze ogen uit.
Zondag: De laatste dag in de Filipijnen
Onze reis van ruim drie weken door de Filipijnen zit er bijna op. We willen nog een laatste toeristische attractie bezoeken maar besluiten onze reisplanning en ons reisbudget te updaten. Het wordt tijd dat we een slaapplek vastleggen in Auckland. Hier zullen we 1 februari aankomen. We zijn ons bewust van het prijsverschil maar verschieten toch nog. Onze Airbnb is aangevraagd! Verder werk ik deze blogpost af.
Volgende week: Morgen (maandag) vliegen we naar Kuala Lumpur! Hier zullen we een week blijven. Volgend weekend is het Chinees nieuwjaar. 2017 is het jaar van de haan. In de winkels liggen er al pluche hanen en andere gadgets dus ik ben benieuwd wat dat gaat geven!
We blijven jullie blog volgen. Al veel mooie plaatsen gezien.
sjiek verslag!
Hèhè je moet toch maar telkens je vertrouwen geven in de vervoersmiddelen. Gevaarlijke toestanden zo te lezen
Nog maar te zwijgen over de wegen denk ik dan…..